Welkom!
Welkom op de leerkrachtpagina van deze webquest. Hier vindt u alle informatie die u nodig heeft voor het geven van de lessenserie over de vrijheid van meningsuiting.
Hier staan onder andere de les/SLO doelen beschreven, tips voor de leerkracht en een verantwoording over de levensbeschouwelijke basisvaardigheden die worden geoefend in deze lessenserie.
lesdoelen per les
- De leerlingen weten wat de vrijheid van meningsuiting inhoudt en hoe dit geregeld is in Nederland en de rest van de wereld (les 1).
- De leerlingen kunnen een eigen standpunt innemen over verschillende situaties die te maken hebben met de vrijheid van meningsuiting (les 2).
- De leerlingen kunnen een stelling bedenken en daar voor/tegenargumenten bij bedenken (les 3)
- De leerlingen kunnen een debat voeren over deze stellingen (les 3)
Kerndoelen:
Mondelinge taal:
- Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven (les 1,2 en 3).
- Kerndoel 3: De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren (les 2 en 3).
Schriftelijke taal:
- Kerndoel 4: De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen. (Les 1 en 3).
- Kerndoel 6: De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen (les 1 en 3).
- Kerndoel 7: De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten (les 1 en 3).
Mens en de wereld:
- Kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor
algemeen aanvaarde waarden en normen (les 1 en 2). - Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen
die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit (les 2).
Leerkrachtenhandleiding
Jouw rol als leerkracht is vooral leidend en/of begeleidend. Dit ligt grotendeels aan de voorkennis qua begrijpend lezen/luisteren, ICT vaardigheden en argumenteren/redeneren. Als deze kennis volgens jouw als leerkracht toereikend is voor de leerlingen om er zelfstandig mee aan de slag te gaan dan is een instructie van de webquest niet nodig en kan jij de begeleidende rol op je nemen. Wel is het handig om altijd even een kleine introductie te geven over het onderwerp en het begrip webquest. Vergeet ook de leerlingen niet de URL van de webquest te geven. De webquest is zo ontworpen dat deze volledig leerkracht-onafhankelijk uit te voeren is.
Mochten de leerlingen bepaalde vaardigheden nog niet beheersen, dan is het verstandig om te overwegen om bepaalde termen bij deze domeinen een kleine instructie te geven. Denk hierbij aan bronnen zoeken, vertellen wat een mening en een argument is en hoe je specifieke informatie in de tekst zoekt. Als de leerlingen aan de slag gaan kan je er voor kiezen om de het stukje “voordat je gaat beginnen” bij het kopje “handelingen” en de informatie bij het kopje “bronnen” gezamenlijk te bespreken.
Nabespreken:
Nabespreken is heel erg belangrijk bij de webquest. Omdat er in de webquest verschillende antwoorden en interpretaties mogelijk zijn is het zinvol om dit te doen. Zeker bij het tweede deel van de webquest. Waarom dit belangrijk is verwijs ik u graag door naar het kopje communicatie bij de levensbeschouwelijke basisvaardigheden.
Een aantal tips om het nabespreken zo goed mogelijk te laten verlopen:
- Geef iedereen een keer een beurt.
- Laat minimaal 2 en maximaal 3 leerlingen antwoord geven op de vraag. Zo onstaat er een vorm van dialoog en discussie.
- Laat de leerlingen uitpraten.
- Laat de leerlingen niet door elkaar praten.
- Spreek een teken af als iemand wilt reageren.
- U bent de gespreksleider.
levensbeschouwelijke basisvaardigheden.
Er word in deze lessenserie voornamelijk gewerkt aan 3 levensbeschouwelijke basisvaardigheden. Dit zijn verkennen, rederneren en communiceren.
Verkennen
Verkennen is de vaardigheid die in de eerste les centraal staat. Dit word onder andere gedaan door te verkennen wat de verschillende aspecten zijn van de vrijheid van meningsuiting. Hier word de vrijheid van meningsuiting zo breed mogelijk bekeken. Dit word gedaan door onderzoek te doen over de wet zelf en hoe die wet in andere landen geïnterpreteerd word. Dit is nodig voor een brede visie over het onderwerp. Dit heb je nodig voor een open en brede levensbeschouwing. Bij verkennen is het ook van belang om de leerlingen te prikkelen en nieuwsgierig te maken.
Rederneren
Deze levensbeschouwelijke basisvaardigheid word geoefend door de leerlingen met verschillende levensbeschouwelijke meningen en opvattingen kennis te laten maken. De leerlingen reflecteren op deze opvattingen en beelden van de vrijheid van meningsuiting. Daarbij leren ze ook om te argumenteren waarom ze een bepaalde opvatting onder de vrijheid van meningsuiting vinden vallen. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat ze een eigen waardepatroon opbouwen. De leerlingen benoemen de eigen mening en geven daar een argumentatie bij.
Communiceren:
In de tweede en de derde les maken de leerlingen kennis met meningen en argumentaties van klasgenoten. Daarbij is affectieve communicatie heel erg belangrijk. De leerlingen moeten zich kunnen inleven in de gevoelens en visies van andere leerlingen. Door het dialoog aan het gaan met andere leerlingen kan een levensbeschouwelijke identiteit ontwikkelt worden. Daarom zijn er vragen opgesteld in de webquest waarbij de leerlingen hun meningen en argumentatie aan elkaar moeten
Maak jouw eigen website met JouwWeb